newsroom-espaz-rotterdam-header.1919x348_geknipt
Nieuws

Neurodiversiviteit op de werkvloer

18 april 2025

Wat is neurodiversiteit?

Neurodiversiteit verwijst naar alle manieren waarop een individueel brein anders werkt dan de 'norm'. Denk bijvoorbeeld aan: ADHD, autisme, dyslexie, dyscalculie, depressies, Tourette, persoonlijkheidsstoornissen en psychische aandoeningen. De meeste mensen hebben een neurotypisch brein, wat betekent dat zij denken zoals de meerderheid, die door de maatschappij vaak als de standaard wordt gezien.

Wat betekent het dan dat 15 tot 20 procent van de mensen in een werkomgeving onder de noemer neurodiversiteit vallen? Volgens recent onderzoek van de Open Universiteit (2025) – onder leiding van promovendus Jan van Rijswijk en in samenwerking met Prof. Dr. Petru Curseu – betekent dit dat in bijna elk team mensen werken met een ander breinprofiel dan ‘de norm’. Alleen wordt dat lang niet altijd (h)erkend.

 

Formele diagnose? Niet altijd nodig

Een opvallende conclusie uit het onderzoek: veel mensen binnen de neurodiverse groep hebben geen officiële diagnose nodig. En vaak willen ze die ook niet – vanwege stigma, kosten of lange wachtlijsten. Zij herkennen zichzelf vaak al als andersdenkend, op basis van levenservaring en zelfkennis, zonder formele bevestiging.

 

De blinde vlek in onderzoek

Neurodiversiteit is nog verrassend onderbelicht in de wetenschap. Uit een eerder onderzoek van Van Rijswijk in samenwerking met Impuls & Woortblind (2024) blijkt dat er in dertig jaar tijd slechts drie studies zijn uitgevoerd naar neurodiversiteit binnen werkteams.

Ter vergelijking: cognitieve diversiteit kreeg in diezelfde periode meer dan 70 studies. Cognitieve diversiteit verwijst naar de verschillen in denkwijzen, perspectieven, besluitvormingsstijlen en informatieverwerking tussen mensen. Waar cognitieve diversiteit zich meestal binnen de ‘norm’ beweegt, gaat neurodiversiteit juist over mensen met een brein dat significant anders werkt — en dat zorgt voor unieke aanvullingen in teams.

Het gevolg: beleid en werkstructuren zijn vooral afgestemd op de ‘gemiddelde’ werknemer.

 

Organisaties moeten meer aandacht besteden aan neurodiversiteit

De arbeidsmarkt is voornamelijk afgestemd op neurotypisch denken, wat het voor neurodiverse medewerkers soms lastig maakt om volledig mee te draaien. Zo geeft bijvoorbeeld 32 procent van de bedrijven aan liever geen mensen met ADHD in dienst te nemen, vanwege heersende stigma’s. En 25 procent van hoogbegaafde werknemers ervaart problemen op de werkvloer, zoals verveling of conflicten.

Toch beschikken mensen met een neurodivers brein vaak over bijzondere talenten. Ze hebben de neiging om verbanden te zien die anderen niet opmerken, zijn creatief in het vinden van oplossingen en denken vaak buiten de gebaande paden. Hieronder lichten we een paar voorbeelden uit:

  • Mensen met ADHD kunnen snel schakelen, denken associatief en brengen veel energie in creatieve brainstormsessies. Hun vermogen om meerdere ideeën tegelijk te genereren kan teams inspireren en versnellen.
  • Mensen met autisme hebben vaak een scherp oog voor detail, zijn analytisch ingesteld en houden zich nauwkeurig aan regels en structuur. Dit maakt hen waardevol bij kwaliteitscontrole, data-analyse of complexe planningen.
  • Dyslectische mensen denken vaak in beelden in plaats van woorden. Hierdoor blinken ze uit in visueel denken, systeemdenken en conceptontwikkeling — vaardigheden die goed van pas komen in bijvoorbeeld design of strategie.

Neurodiverse medewerkers kunnen dus unieke kwaliteiten meebrengen die traditionele teams juist versterken.

 

Wat kun je doen als organisatie?

  • Begrip en empathie: Toon interesse in de behoeften van neurodiverse collega’s. Geef ruimte voor hun eigen manier van werken, zoals flexibele werktijden of een rustiger werkplek, zodat ze zich op hun best kunnen voelen.
  • Pas je procedures aan: Maak sollicitaties en feedback toegankelijker door alternatieve vormen aan te bieden, zoals schriftelijke opdrachten of meer tijd voor reflectie. Dit zorgt ervoor dat neurodiverse medewerkers hun sterke punten beter kunnen laten zien.
  • Train leidinggevenden: Zorg ervoor dat leidinggevenden begrijpen hoe ze goed kunnen samenwerken met mensen met een neurodivers brein. Dit kan betekenen dat ze hun communicatie- en feedbackstijl aanpassen, bijvoorbeeld door directer en duidelijker te zijn.
  • Stop met ‘fixen’: Richt je niet op het veranderen van mensen, maar ontdek wat ze nodig hebben om goed te kunnen werken. Geef ze de ruimte om op hun eigen manier te excelleren en zorg voor de juiste ondersteuning.

 

Tot slot

Neurodiversiteit is geen modewoord: het is een realiteit. Door de verschillen serieus te nemen, ontstaat er niet alleen meer rechtvaardigheid, maar ook meer creativiteit, probleemoplossend vermogen en rust in je team.

En misschien wel het belangrijkste: mensen voelen zich gezien zoals ze zijn.

Wil je als organisatie neurodiverse talenten beter aantrekken? Bekijk hoe Espaz jouw bedrijf kan helpen met inclusieve recruitmentstrategieën en het vinden van de juiste medewerkers.