Laten we even een paar jaar terugspoelen: de arbeidsmarkt piepte en kraakte. Werkgevers trokken aan iedereen die ook maar op LinkedIn stond, en een cv met “ik ben op tijd” was soms al genoeg voor een sollicitatiegesprek. Maar anno 2025 begint dat beeld te kantelen. De nieuwste cijfers van het CBS laten zien: de extreme krapte neemt af. Wat betekent dat nu eigenlijk echt? We lichten hier graag wat cijfers voor je toe.
Verhouding tussen vacatures en werkzoekenden
Begin 2025 stonden er in Nederland ongeveer 395.000 vacatures open. Dat zijn er 7.000 minder dan het kwartaal ervoor. Tegelijkertijd nam het aantal mensen dat op zoek is naar werk toe met 16.000, tot 390.000 werkzoekenden. Daarmee zijn er dus nog maar net iets meer vacatures dan werkzoekenden. Dat komt neer op een verhouding van bijna 1-op-1: voor elke werkzoekende is er ongeveer één vacature. Waar vorig jaar soms nog 140 vacatures per 100 werkzoekenden stonden, zijn dat er nu nog maar 101.
Dat lijkt misschien een klein verschil, maar op de werkvloer is dat meteen merkbaar. Werkgevers merken dat ze weer meer keuzes hebben, terwijl sollicitanten ineens niet meer de enige kandidaat zijn. De onderhandelingspositie verschuift langzaam terug richting de werkgever. Denk bijvoorbeeld aan een winkelier die vorig jaar moeite had om weekendhulpen te vinden, maar nu ineens kan kiezen uit meerdere sollicitanten.
Opvallend detail: daling aantal zzp’ers
Het aantal mensen dat werkt als zelfstandige (zzp’er) daalde flink. Er zijn ongeveer 52.000 zelfstandigenbanen verdwenen, en dat is opvallend aangezien sinds 2020 het aantal zzp’ers juist elk kwartaal groeide. Dat kan bijvoorbeeld betekenen dat sommige mensen tijdelijk als zzp’er aan de slag gingen in de coronajaren, maar nu weer kiezen voor de zekerheid van een vaste baan. Of dat opdrachten moeilijker te vinden zijn geworden, vooral in sectoren waar bedrijven kosten besparen.
Banenkrimp in handel en horeca, groei in overheid en ICT
Deze veranderingen zijn niet in alle sectoren gelijk. Volgens het CBS verdwenen in het eerste kwartaal van 2025 vooral banen in de handel, vervoer en horeca. In totaal ging het daar om 23.000 banen minder dan het kwartaal ervoor – een daling van 0,8 procent. Dat zie je bijvoorbeeld terug in restaurants die minder vaak open zijn of winkels die met minder personeel werken.
Ook in andere sectoren liep het aantal banen terug. In de zorg verdwenen zo’n 7.000 banen, in de bouw ongeveer 5.000 en in het onderwijs 3.000 banen ten opzichte van het vorige kwartaal. Toch is het beeld niet overal negatief. Er waren ook sectoren waar juist meer mensen aan het werk gingen. Zo kwamen er in het openbaar bestuur – denk aan gemeentes en ministeries – 6.000 banen bij. De uitzendbranche zag een stijging van 5.000 banen en in de ICT-sector kwamen er ongeveer 4.000 banen bij. In die laatste sector speelt digitalisering een grote rol: denk aan bedrijven die hun systemen verbeteren, meer data gebruiken of AI-oplossingen inzetten en daar mensen voor nodig hebben.
Arbeidsmarkt koelt af: wat betekent dat voor jou?
Een minder krappe arbeidsmarkt betekent niet dat er geen werk is – er zijn nog steeds bijna 400.000 vacatures. Maar het betekent wel dat de strijd om talent iets minder fel is geworden. Voor werkgevers is dat misschien een opluchting. Voor werknemers betekent het dat solliciteren weer wat serieuzer wordt: je bent niet langer automatisch de enige kandidaat. Het helpt dan om je goed voor te bereiden: werk je cv bij, oefen je gesprekstechnieken en oriënteer je op wat werkgevers nu belangrijk vinden – zoals flexibiliteit of digitale vaardigheden.
Wat deze cijfers vooral laten zien, is dat de arbeidsmarkt voortdurend in beweging is.
Meer lezen? Bekijk dan deze pagina van het CBS.
